ProRail moet zijn tarieven voor het gebruik van het spoor voor lichte treinen verlagen. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) besloten na een klacht van de regionale vervoerders Arriva, Connexxion, Syntus en Veolia die voor hun personenvervoer veel met deze lichte treinen rijden.

Dat meldt de toezichthouder donderdag.

ProRail hanteerde tarieven die nadelig waren voor lichte treinen onder de 120 ton. De vervoerders, die verenigd zijn in de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN), moesten vanaf 2015 voor deze treinen hetzelfde tarief betalen als voor zwaardere treinen van 160 ton.

Dat vonden zij oneerlijk en ACM heeft ProRail nu opgedragen om die gewichtsklassen opnieuw in te delen en daarbij rekening te houden met de lichte treinen.

ProRail berekent aan vervoerders tarieven voor het gebruik van het spoor, die moeten voldoen aan de Spoorwegwet. Daarin staat dat de tarieven gebaseerd moeten zijn op de kosten die worden veroorzaakt door treingebruik, zoals slijtage van het spoor en de wissels.

De spoorbeheerder gaat de komende weken met de vervoerders in gesprek over de tarieven. "Deze beslissing heeft ons meer duidelijkheid gegeven over hoe we de tarieven moeten indelen", aldus een woordvoerder van ProRail.

De FMN laat weten dat het besluit verder geen gevolgen heeft voor de treinreiziger. "Dit betekent dat de consument niet te maken krijgt met forse tariefsverhogingen door de verhoging van de gebruiksvergoeding." Met dit besluit heeft de ACM "bijzondere positie van regionale lijnen erkend", laat de federatie verder weten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl